De 'pueblos negros' van Guadalajara

Op zo'n 100 kilometer ten noordoosten van Madrid bevinden zich de zg. 'pueblos negros', de zwarte dorpen van Guadalajara. Deze dorpen hebben een karakteristieke architectuur. Hun huizen zijn er nl. gebouwd van zwarte leisteen. Vandaar de andere Spaanse benaming voor dit fenomeen: 'architectura negra', 'oftewel zwarte architectuur'.

De meeste van deze dorpen liggen in het noorden van de provincie Guadalajara, in twee verschillende gebieden, het Valverde-gebied en het Majaelrayo-gebied. Er wordt verschil gemaakt in de bouwstijl van beide gebieden: in het Valverde-gebied zijn de huizen en omheiningen nl. met niet met leisteen, maar met andere soorten steen gebouwd en in het Majaelrayo-gebied wel. Daarentegen bestaan in het laatste geval de huizen uit één verdieping i.t.t. de twee verdiepingen in het Valverde-gebied.

In het Valverde-gebied gaat het om de dorpen Valverde de los Arroyos, Zarzuela de Galve en La Vereda, en in het Marjaelrayo-gebied om Campillejo, El Espinar, Campillo de Ranas, Roblelacasa, Robleluengo en Majaelrayo. Campillejo, El Espinar, Roblelacasa, Robleluengo en Majaelrayo zijn tegenwoordig wijken van Campillo de Ranas, waar in totaal ca. 200 bewoners wonen. Er zijn twee restaurants, een dorpswinkeltje met zelfgemaakte produkten als honing, jam en brood en een kunstwinkeltje te vinden met allerlei handgemaakte artikelen. Ook biedt het verschillende overnachtings mogelijkheden, waaronder twee 'Casas rurales' (een vorm van 'bed&breakfast' op het Spaanse platteland).

De zwarte dorpen liggen overigens stuk voor stuk in een prachtige omgeving, in  misschien wel de best bewaarde gebieden van Spanje,  midden in de bergen. Goed geconserveerde zwarte dorpen zijn Valverde de los Arroyos, Campillejo en La Vereda. De laatste wordt beschouwd als een voorbeelddorp voor de zwarte dorpen in Guadalajara. In tegenstelling tot Patones is er echter geen restaurant te vinden en is alleen te bereiken langs een smalle weg vanaf het El Vado stuwmeer.

Patones, nog net in de regio Madrid
Het meest bezochte -hoewel niet helemaal zwarte- dorp ligt overigens nog in de regio Madrid zelf, op 42 km van de hoofdstad, >>Patones de Arriba heeft daarbij een curieus verleden. Het kon zich dankzij zijn eeuwenlange onbereikbaarheid tot ca. 1750 een geheel eigen koning permitteren. Tijdens de Franse bezetting in het begin van de 19de eeuw was het bovendien de enige plek in Spanje, waar vreemde soldaten niet konden komen.

Tegenwoordig is het vanaf Madrid met de auto via de A1 makkelijk bereikbaar (afslag naar het dorp Torrelaguna). Het bestaat wel hoofdzakelijk uit de restaurants, waar specialiteiten als 'migas con uvas' (gebakken broodkruimels met druiven), hertenchorizo, lams- en geitenvlees worden geserveerd. Het oudste, uit 1970, is het 'Rey de Patones'. Maar dankzij zijn populariteit onderr madrileense weekendtoeristen kon het wel voor een groot deel gerestaureerd worden.

Fotos: Campillejo; de kerk van Roblelacasa; zicht op Patones de Arriba